mei 23 2010
Radiateur(s)
Radiateur(s)
Om tijdens het rijden warmte in het motorblok te kunnen behouden, had ik bij de 2013 Poolijs-R1 de voorkant van de radiateur geheel afgedekt met drie aluminium platen. In het midden gebruikte ik een stevige 2 mm dikke en 20 cm brede plaat, die van boven naar onderen liep. Deze zou ik laten zitten als we eenmaal terug op het vasteland warmere temperaturen kregen, omdat anders de radiateur -vanwege het ontbreken van een voorspatbord- schade kon oplopen door opspattende stenen. Links en rechts van die stevige plaat zaten 1 mm dikke plaatjes, waarin ik luchthappers zou maken indien er een tekort aan koeling zou ontstaan. Door de luchthappers minder of juist verder open te buigen, zou ik de koeling kunnen regelen.
Het was een mooi idee, maar werkte voor geen meter. Zelfs na het compleet verwijderen van de 2 plaatjes aan de zijkanten, had de Poolijs-R1 met keren nog last van oververhitting! Jawel, oververhitting bij min dertig Celsius! Dat had alles te maken met de windrichting. Wind in de rug bracht sowieso oververhitting. Bij zijwind was het afhankelijk van de windsterkte, de buitentemperatuur en mijn rijsnelheid. Een stationair draaiende motor kreeg alleen voldoende koeling indien de neus tegen een straffe wind in stond, maar als ik die van voren had onder het rijden, dan koelde het blok juist weer veel te veel af, wat uiteindelijk schade gaat opleveren, o.a. aan de voorste nokkenas. Daarom moest de 20 cm brede plaat -die een groot deel van de radiateur afdekt- sowieso blijven zitten, maar omdat precies daar de ventilator achter zat, kreeg die de koeling niet voor mekaar als de wind uit een andere richting kwam.
Hoe moet het dan wel?
Bij de Noordpoolmotor zullen er twee dingen totaal anders moeten.
• Als eerste mag er recht achter het voorwiel geen radiateur meer zitten. Daarmee wordt de benodigde ruimte gecreëerd om het voorwiel verder in te laten veren.
• Ten tweede moet bij elke windrichting de koeling hetzelfde blijven, maar tevens regelbaar zijn, vanwege de grote verschillen in buitentemperatuur waarmee ik te maken krijg. -10°C tot -50°C.
De bedoeling is om links en rechts vlak voor het motorblok 2 kleine radiateurs te plaatsen. Die worden waarschijnlijk onder een hoek of zelfs geheel in lijn met de rijrichting gemonteerd. Door een luchtkamer aan elke radiateur te bouwen, kan ik de aanvoer van koellucht alleen van bovenaf laten gebeuren. Op deze wijze is de windsterkte en -richting niet meer van belang. Ventilatoren achter de radiateurs, die bedient worden door een thermoschakelaar, regelen de aanzuiging en daarmee de koeling. Mocht de buitentemperatuur zo laag zijn dat zonder draaiende ventilatoren het motorblok toch te koud wordt, dan kan ik d.m.v. een handbediende schuif die in de luchtaanvoer wordt geplaatst of zelfs d.m.v. het gedeeltelijk dichttapen van die aanvoer, de toestroom van koude lucht minderen. Pas wanneer dit alles gebouwd en functioneel is, ga ik bekijken of de warmte die de ventilatoren afvoeren kan dienen ter verwarming van mijn voeten en/of knieën en/of handen.